donderdag 3 november 2011

Enkele opmerkingen na een bezoek aan de ECB

Op 31 oktober ging ik met de JOVD naar Frankfurt om een bliksembezoek te brengen aan de ECB. Ik had me aardig voorbereid met het lezen van kranten, boeken (Tragedy of the Euro en Boomerang), het bekijken van een seminar en het opstellen van een aantal vragen. Helaas heb ik niet alle vragen kunnen stellen vanwege de tijd maar ik heb toch een paar interessante opmerkingen van de persvoorlichter van de ECB, dhr. Lelieveldt, kunnen opmaken. Zoals jullie straks kunnen zien heb ik op de punten waar ik het niet met hem eens ben, mijn mening gegeven.

1.
Als eerste vergeleek dhr. Lelieveldt de ECB met de Bundesbank aan de hand van art. 127 EU-werkingsverdrag waarin het doel staat van de centrale bank waarbij zijn verhaal er op neerkwam dat de ECB een kopie is van de Bundesbank.

Dit wordt in twijfel getrokken door Professor Bagus in zijn boek The tragedy of the Euro. Op blz. 34 staat:

The difference between the two institutions can be seen in their official functions. The Bundesbankgesetz (Constitution of the Bundesbank, 1957) establishes guaranteeing the security of the currency as the only task of the Bundesbank (Währungssicherheit), i.e., price stability. The task of the ECB is more ambitious. The Treaty of Maastricht states that its primary objective “shall be to maintain price stability.” Yet, “without prejudice of the objective of price stability, the [Eurosystem] shall support the general economic policies in the Community.” This addition is the result of pressure from the French government, which had always wanted direct political control over the printing press. This means that if official price inflation rates are low, the ECB can and actually must print money in order to support economic policies. If price inflation is low and there is unemployment, the ECB must ease its policy stand. In contrast, the Bundesbank only has to focus on price stability with its instruments. 

Waar het dus op neerkomt is dat de centrale banken in de kern verschillen van elkaar en niet hetzelfde zijn zoals door dhr. Lelieveldt en anderen wordt beweerd. Bovendien komt het erop neer dat de ECB interventie in de economie als doel heeft in plaats van een laissez-faire standpunt.

2.
Wij hebben het beter gedaan dan de Bundesbank qua inflatiebestrijding.


Mijn mening:
De ECB bestaat nu 13 jaar. In deze periode is de inflatie inderdaad niet bijzonder hoog geweest. Het vertrouwen in de munt is echter de laatste paar jaren naar een dieptepunt gedaald. Het is mij onbekend of er vaak is geschreven over de ondergang van de Deutsche Mark (misschien melancholisch in de aanloop van de euro) maar je hoeft tegenwoordig de krant maar open te slaan of er wordt getwijfeld of de euro nog bestaansrecht heeft. Nu weet ik weet niet of we daar de ECB of de politici daarvan de schuld mogen geven maar ik acht het haast uitgesloten dat de hoofdpersonen binnen deze groepen niet wisten dat er problemen aan zouden komen.
Ter verdediging van de Bundesbank kan ik zeggen dat zij langer (vanaf 1957) bestond in haar inflatiebestrijdende functie. Ook moeten we waarschijnlijk meewegen dat Duitsland in die tijd er anders uitzag dan het Duitsland van de laatste 13 jaar. Duitsland was een snelgroeiende economie, het groeide uit van een platgebombardeerd land tot een van de grootste economieën van de wereld en zoals we kunnen zien aan China en India is het niet altijd makkelijk om bij hoge groei de inflatie te beteugelen.
Verder hebben we in de ECB-jaren nooit gezien dat iets 'op de bon' moest omdat er een tekort aan was. In de jaren '70 was echter de benzine op de bon vanwege de oliecrisis en liepen door het tekort aan olie prijzen uit de hand. Niet bepaald iets waar een centrale bank wat aan kan doen, ze printen geld, geen olie.
Al deze argumenten zouden een rol kunnen spelen bij inflatie en ik noem ze dan ook omdat hierdoor het vergelijken van de prestaties tussen de twee centrale banken mank kan lopen. Keiharde bewijzen heb ik echter niet.

3.
Op de vraag:
Wanneer de ECB onderpand vraagt voor leningen aan banken dan eist de ECB dat dat onderpand een bepaalde rating heeft. Nu kwam de rating van Griekse staatsobligaties onder dat vereiste en dan verlagen jullie die eis. Is dat niet een beetje zwak?

Wij hebben een beter zicht op de risico's voor Griekse staatsobligaties dan de ratingbureaus dus kunnen wij dit rechtvaardigen. Banken krijgen nooit voor €10 mln aan onderpand een lening van €10mln. De ECB eist een veiligheidsmarge en die eis is wel groter geworden voor Griekse staatsobligaties. Ik erken wel dat de ECB meer risico's neemt bij het aannemen van onderpanden dan eerder. 


Mijn mening:
Naar mijn mening laat het zien dat de ECB zwak staat en dat zie je niet alleen aan het aanpassen van de spelregels tijdens het spel als het over onderpanden gaat maar ook bij de steun van landen. Deze steun wordt in tranches gegeven waarbij eisen zijn gesteld aan bijvoorbeeld Griekenland. Griekenland haalt deze doelstellingen niet, maar wordt er dan geen nieuwe tranche steun gegeven? Nee hoor, ondanks dat Griekenland niet aan de eisen voldoet krijgen ze gewoon het geld. Hieruit blijkt naar mijn mening dat zowel de ECB als de andere EU-landen een uitermate zwakke positie uitstralen. Ze willen niet dat het project mislukt.


4.
Achteraf gezien was het Verdrag van Maastricht en de euro te zwak om goed te functioneren al voldeden alle landen (op Griekenland na) aan het vereiste begrotingstekort van maximaal 3% in 2007. Maarja, dat is achteraf gezien.


Feit:
60 Duitse economen tekende in 1992 een manifest waarin zij claimde dat het Verdrag van Maastricht te zwak was. In 1998 waren er 155 Duitse Professoren economie die vroegen om het uitstellen van de monetaire unie. Ze werden natuurlijk genegeerd. (Bron: The Tragedy of the Euro, blz. 30)


5.
De ECB heeft geen officieel standpunt over eurobonds. Maar ze zouden er snel voor zorgen dat de druk op landen en banken zal afnemen. De onderliggende problemen van landen zal er echter niet mee verdwijnen. De Griekse economie wordt er niet concurrerender op en het probleem in de Spaanse huizenmarkt is er ook niet mee opgelost.


6.
Dhr. Lelieveldt wijst ook nog op de enorme schuldenberg van Nederland die ontstaan is en in stand gehouden wordt door de hypotheekrenteaftrek.





P.S.: de antwoorden van dhr. Lelieveldt op 31-10-11 en de bovenstaande antwoorden zullen niet volledig (woord voor woord) overeenkomen maar de strekking ervan is, naar mijn mening, dezelfde.

P.S. 2: Eigenlijk wou ik nog enkele sheets van de presentatie bij het artikel voegen maar ik helaas nog niet de sheets mogen ontvangen. Misschien volgen ze later.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten